Bij mij om de hoek werd een meisje doodgereden
bij haar gedenksteen sta ik heel vaak stil,
Soms leg ik iets neer, een roos, geknipt uit het rosarium
of een rozebotteltakje uit het park, of gewoon maar alles recht.
Ik kende Eva niet, studente jong en mooi
donkerrood haar, zacht gezicht, diepblauwe ogen en
het allermooist: een beetje spitse kin of toch rond?
Ze lacht nooit, net als Doornroosje.
Op de steen een potloodgum met tekst:
“Dear Aoife, let’s erase the ninth of march”
lk wou dat ik het had bedacht.
Niemand kust haar ooit nog wakker.
(Aoife is in een jaar mijmeren en praten tegen mezelf uitgegroeid tot synoniem voor onvergankelijke schoonheid, zoals die van “Liesje” uit het liedje Sprookje van Jaap Fisher, Doornroosje, Sneeuwwitje, het Meisje met de Parel van Vermeer en prinses Alexia). Gelukkig leeft schoonheid soms nog.